Bezinning en bemoediging

Laat mij als een zaaier
door de velden van het leven gaan.
Ik wil gaan onkruid zaaien,
geen ééndagsbloemen,
maar graan dat de diepste honger
van mensen stilt.
Dat God het graan van Zijn liefde
in mijn handen legt,
en mij het veld laat zien waarop ik zaaien mag.
Met Gods genade zal ik gaan,
Zijn liefde zaaien
in de smalle voren van het mensenhart.
Elke avond zal ik huiswaarts keren,
moe, met lege handen misschien,
maar met een rotsvast vertrouwen
dat het kiemen en het rijpen van het graan
in Gods handen ligt.
Dat God mij geven zal,
wat een goede zaaier nodig heeft:
Een groot geloof, een rustig hart,
eindeloos geduld
en veel, heel veel edelmoedigheid.