Bezinning en bemoediging

27-03-2020

Lente

Op mijn dagelijkse wandeling verbaas ik me hoe de lente ‘de grond uit spuit’ en te horen valt. Het heeft iets bevreemdends terwijl wij allemaal in de ban zijn van het coronavirus en alle maatregelen doe de natuur alsof er niets aan de hand is. Het Speenkruid en de Bosanemoontjes bloeien, in de sloten hebben kikkers, salamanders en padden hun dril afgezet. Vanuit mijn keukenraam zie ik echtpaar Pimpelmees druk in de weer het nestkastje in gereedheid te maken om te gaan broeden. Ik moet er bewust tijd voor nemen om er ook dit jaar van te genieten. De schepping ontplooit zich in haar pracht. Sint Franciscus bejubelt de schepping in zijn Zonnelied:

 

Wees geprezen, mijn Heer, door al uw schepselen vooral door mijnheer broeder zon die de dag is en door wie Gij ons verlicht.
 
En hij is mooi en straalt met grote pracht van U, Allerhoogste, draagt hij het teken.
 
Wees geprezen, mijn Heer, door zuster maan en de sterren. Aan de hemel hebt Gij ze gevormd, helder en kostbaar en mooi.
 
Wees geprezen, mijn Heer, door broeder wind en door de lucht, bewolkt of helder, en ieder jaargetijde, door wie Gij uw schepselen leven geeft.
 
Wees geprezen, mijn Heer, door zuster water, die heel nuttig is en nederig, kostbaar en kuis.
 
Wees geprezen, mijn Heer, door broeder vuur door wie Gij voor ons de nacht verlicht; en hij is mooi en vrolijk, stoer en sterk.
 
Wees geprezen, mijn Heer, door onze zuster moeder aarde die ons voedt en leidt,
en allerlei vruchten voortbrengt, bonte bloemen en planten.

 

Franciscus leefde in een tijd met veel onrust: bedreigingen van ziekte en oorlog. Toch ziet hij de Schepping verwijzen naar zijn Maker, naar God. Misschien kunnen we een beetje bij hem in de leer. Bij alle onrust en zorgen toch de genieten van wat we zien, horen en beleven. Op een wandelingetje, in de tuin, bij het naar buiten kijken door het raam of van het balkon.

 

Diaken Marc Brinkhuis